DEN HAAG - Slechte weersomstandigheden lijken de oorzaak van de crash met een civiele helikopter vorige zomer in Afghanistan, waardoor onder andere twee Nederlandse militairen omkwamen. Een definitief oordeel over de toedracht is echter niet te geven, mede omdat de flight data recorder en de cockpit voice recorder van de Mil Mi-8 niet zijn teruggevonden.

Dat heeft minister Henk Kamp van Defensie dinsdag (13 februari) gemeld in een brief aan de Tweede Kamer. Hij verwijst hierbij naar het onderzoek van een onafhankelijke commissie onder leiding van oud-Tweede Kamerlid Hans Hillen.

Hoewel de commissie niet tot een definitief oordeel is gekomen over de toedracht van de crash, acht die een beschieting ‘onwaarschijnlijk’ en subversieve activiteiten ‘zeer onwaarschijnlijk’. Ten tijde van het neerstorten, was er wel sprake van ‘overwegend slecht weer’.

Criteria
De civiele helikopter verongelukte op 26 juli tijdens een vlucht van Kabul naar Khost. Alle twaalf inzittenden, onder wie de Nederlandse luitenant-kolonel en sergeant, vonden de dood. Het tweetal zou in Khost gaan onderzoeken hoe de bewaking kon worden geregeld van de twee Nederlandse kampen die elders in Afghanistan in opbouw waren.

Omdat er geen militair luchttransport voorhanden was, vlogen zij in de civiele Mi-8-helikopter van de Russische firma Tryco. De commissie-Hillen erkent het operationele belang en de spoedeisendheid van de opdracht. Ook acht zij de beslissing van de contingentscommandant om hen mee te laten vliegen met het civiele toestel ‘niet onverantwoord’. Wel stelt de commissie dat bruikbare criteria ontbreken om als commandant goed een besluit te nemen.



(c) ANP