DRIEBERGEN - In de rubriek Luchtvaartvr@gen van Luchtvaartnieuws.nl stelt Mantas Vissers deze week de volgende vraag: Als ik op Schiphol ben zie ik naast de grote verkeerstoren ook nog een kleine op een gebouw. Waar dient die voor?. “De toren staat niet op, maar is verbonden met het vroegere gebouw van de luchtverkeersleiding”, zegt Marjolein Wenting van de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL).
Volgens Wenting gaat het om de voorganger van de huidige verkeerstoren, die dateert uit de tijd dat de LVNL nog Luchtverkeersbeveiliging (LVB) heette. “De LVB was onderdeel van de toen nog bestaande Rijksluchtvaartdienst van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. In 1991 werd de LVB verzelfstandigd en is in 1998 Luchtverkeersleiding Nederland gaan heten”, aldus Wenting.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw breidde Schiphol de pieren en het aantal opstelplaatsen voor vliegtuigen uit en nam de bebouwing op de luchthaven toe. “Het zicht vanuit de eerste toren werd daardoor te beperkt”, zegt Wenting. “Er moest daarom een toren komen die een beter zicht bood op alle vliegtuigbewegingen op de grond en in de nabijheid van de luchthaven. Daarom is de huidige Toren-Centrum gebouwd. Deze is in 1991 in gebruik genomen. Met een hoogte van ruim 100 meter was het toen de hoogste verkeerstoren ter wereld.”
Maar dient die ‘oude toren’ nu ook nog ergens voor? “Ja”, zegt Wenting, “de toren wordt als reserve toren gebruikt. De inrichting en apparatuur is geheel identiek met die in de grote toren. Alle aanpassingen van systemen en apparatuur waarmee de luchtverkeersleiders werken worden ook in deze reserve toren aangebracht en doorgevoerd.”
Van tijd tot tijd stappen de verkeersleiders volgens Wenting ook over van de grote naar de kleine toren. “Als er ontruimingsoefeningen worden gehouden, verlaten de luchtverkeersleiders de centrale toren en stappen over naar de oude toren. Vanaf daar hervatten ze de afhandeling van het luchtverkeer. Maar omdat het zicht vanuit die toren beperkt is ten opzichte van de centrale toren, werken de luchtverkeersleiders met aangepaste procedures. Op die momenten is het aantal vliegtuigen dat per uur kan worden afgehandeld lager dan wanneer vanuit de centrale toren wordt gewerkt.”
Naast de functie als reserve toren, dient het oude gebouw ook nog ergens anders voor. Wenting: “Eén verdieping onder de werkruimte van de luchtverkeersleiders is een vestiging van het KNMI ondergebracht. Daar worden weerwaarnemingen gedaan en prognoses gemaakt.”
Wilt u ook een vraag stellen? Dat kan via de van Luchtvaartnieuws.nl. Als u niet wilt dat uw naam wordt genoemd, geef dit dan bij het stellen van de vraag aan. De redactie kan niet garanderen dat alle vragen in behandeling worden genomen.
Volgens Wenting gaat het om de voorganger van de huidige verkeerstoren, die dateert uit de tijd dat de LVNL nog Luchtverkeersbeveiliging (LVB) heette. “De LVB was onderdeel van de toen nog bestaande Rijksluchtvaartdienst van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. In 1991 werd de LVB verzelfstandigd en is in 1998 Luchtverkeersleiding Nederland gaan heten”, aldus Wenting.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw breidde Schiphol de pieren en het aantal opstelplaatsen voor vliegtuigen uit en nam de bebouwing op de luchthaven toe. “Het zicht vanuit de eerste toren werd daardoor te beperkt”, zegt Wenting. “Er moest daarom een toren komen die een beter zicht bood op alle vliegtuigbewegingen op de grond en in de nabijheid van de luchthaven. Daarom is de huidige Toren-Centrum gebouwd. Deze is in 1991 in gebruik genomen. Met een hoogte van ruim 100 meter was het toen de hoogste verkeerstoren ter wereld.”
Maar dient die ‘oude toren’ nu ook nog ergens voor? “Ja”, zegt Wenting, “de toren wordt als reserve toren gebruikt. De inrichting en apparatuur is geheel identiek met die in de grote toren. Alle aanpassingen van systemen en apparatuur waarmee de luchtverkeersleiders werken worden ook in deze reserve toren aangebracht en doorgevoerd.”
Van tijd tot tijd stappen de verkeersleiders volgens Wenting ook over van de grote naar de kleine toren. “Als er ontruimingsoefeningen worden gehouden, verlaten de luchtverkeersleiders de centrale toren en stappen over naar de oude toren. Vanaf daar hervatten ze de afhandeling van het luchtverkeer. Maar omdat het zicht vanuit die toren beperkt is ten opzichte van de centrale toren, werken de luchtverkeersleiders met aangepaste procedures. Op die momenten is het aantal vliegtuigen dat per uur kan worden afgehandeld lager dan wanneer vanuit de centrale toren wordt gewerkt.”
Naast de functie als reserve toren, dient het oude gebouw ook nog ergens anders voor. Wenting: “Eén verdieping onder de werkruimte van de luchtverkeersleiders is een vestiging van het KNMI ondergebracht. Daar worden weerwaarnemingen gedaan en prognoses gemaakt.”
Wilt u ook een vraag stellen? Dat kan via de van Luchtvaartnieuws.nl. Als u niet wilt dat uw naam wordt genoemd, geef dit dan bij het stellen van de vraag aan. De redactie kan niet garanderen dat alle vragen in behandeling worden genomen.
