Staat en industrie eens over afdracht JSF-omzet

24 maart 2010 - 1:00
DEN HAAG - Nederlandse bedrijven die deelnemen aan de ontwikkeling van de F-35 Joint Strike Fighter (JSF) moeten 3 procent van de omzet uit orders afdragen aan de overheid. Dat zijn het ministerie van Economische Zaken en de luchtvaartindustrie overeengekomen. Eerder lagen ze met elkaar in de clinch over het af te dragen percentage.


Nederland besloot in 2002 voor 800 miljoen dollar mee te doen aan de ontwikkeling van het Amerikaanse gevechtsvliegtuig. De Nederlandse industrie kwam daardoor in aanmerking voor Amerikaanse orders. Het kabinet beloofde dat dit de belastingbetaler niets mocht kosten. Daarom moest de industrie een percentage van de omzet afdragen.

In 2008 werd bepaald dat de industrie 10,1 procent van de omzet moest afdragen, maar de bedrijven gingen hiermee niet akkoord. Na arbitrage werd eind vorig jaar een percentage vastgesteld van 4,49 procent. Maar de bedrijven noemden dat percentage nog steeds “erg hoog''. Het nu bereikte compromis van 3 procent komt neer op een absoluut bedrag van 105 miljoen euro.

De verlaging van het percentage ten opzichte van de uitspraak van de arbiters is mogelijk onder meer doordat zowel het ministerie van Economische Zaken als dat van Defensie hun uitgaven op het terrein van luchtvaart en industrie hebben verlaagd. Het percentage van 3 procent betreft wel een gemiddelde. Tot 2018 dragen bedrijven 2 procent af, in de jaren daarna wordt het percentage stapsgewijs aangepast.

“Iedereen is gebaat bij deze uitkomst'', stelde minister Maria van der Hoeven van Economische Zaken in een reactie. “Samen moeten we ervoor zorgen dat we een win-win situatie bereiken. Dat kan alleen als de bedrijven zoveel mogelijk opdrachten krijgen uit het JSF-programma. Daardoor kunnen hun mensen aan het werk blijven en komen er zelfs extra banen. Dat is in deze tijden ontzettend belangrijk.''



(c) ANP
Copyright Reismedia BV 2024 - Cookieinstellingen