DEN HAAG - Nederland blijft repatriëringsvluchten vanuit Israël uitvoeren "zolang als nodig is en zolang de veiligheidssituatie in Israël dit toestaat". Dat hebben de ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken bekendgemaakt. De aangekondigde tweede Nederlandse repatriëringsvlucht is donderdag rond 12:45u vanuit Keulen in Duitsland naar Israël vertrokken om gestrande Nederlanders op te halen. De verwachting is dat het toestel in de loop van donderdagavond in Eindhoven landt.
Voor de vluchtuitvoering wordt van een Airbus A330 MRTT gebruik gemaakt, net als woensdag. Nederland heeft met vijf andere NAVO-landen een gezamenlijke vloot van die toestellen, waarvan een deel Eindhoven als thuisbasis heeft en en een deel Keulen. Woensdag vertrok de vlucht vanuit Eindhoven. Die bracht 199 mensen thuis.
Aanvankelijk zou KLM de repatriëringsvlucht van donderdag verzorgen, maar de luchtvaartmaatschappij trok zich om veiligheidsredenen terug. Hoeveel Nederlanders met de tweede repatriëringsvlucht meegaan, is nog niet bekendgemaakt.
Meer vluchten nodig
Er zijn meer dan twee vluchten nodig om Nederlanders uit Israël en de Palestijnse gebieden te halen, zegt demissionair minister Hanke Bruins Slot van Buitenlandse Zaken. Het aantal aanmeldingen om gerepatrieerd te worden is toegenomen, zegt ze.
"Dat betekent dat we nieuwe vluchten aan het organiseren zijn en dat zullen we doen zolang dat mogelijk is", aldus Bruins Slot. "We zijn bezig een volgende vlucht aan het organiseren. Daar komt op korte termijn duidelijkheid over."
Het ministerie van Buitenlandse Zaken roept Nederlandse reizigers die Israël willen verlaten op om zich bij het departement aan te melden voor een vertrekmogelijkheid. Mensen die op een andere manier het land uit kunnen reizen, moeten dat doen, aldus het ministerie. "De veiligheidssituatie kan snel verslechteren. Wacht niet op een repatriëringsvlucht van de overheid."
