Oekraïne en stikstof-Schiphol vormen inmiddels nieuwe uitdagingen voor de reissector, maar toch nog even over corona. Want eind november gebeurde het weer. Een nieuwe variant werd ontdekt in Zuid-Afrika. In een kettingreactie trokken alle overheden massaal aan de noodrem. De chaos voor airlines en passagiers was weer groot, maar minister De Jonge kon laten zien dat hij spierballen had.
Als reisbranche kan je dan wel roepen dat dit soort maatregelen geen zin heeft, maar het boerenverstand van de gemiddelde Nederlander zegt dat die omikron hier natuurlijk niet met de trekschuit komt.
En dat boerenverstand is ervan overtuigd dat één besmette passagier na elf uur vliegen in een krappe ruimte natuurlijk het halve toestel met corona besmet. Hoe kan het anders dat iedereen vooraf negatief getest was en er tientallen positief testten bij uitstappen? 1+1=2, dus direct stoppen met dat gevlieg!
Zo simpel is het echter niet. Natuurlijk is die omikronvariant hier gekomen met het vliegtuig. Alleen veel eerder dan eind november. Dit blijkt uit een in januari gepubliceerd onderzoek in Italië en Finland van Oxera. Het in december invoeren van pré-tests was dus niet meer effectief en zelfs als je strenge test direct had ingevoerd, zou dit geen noemenswaardige (Finland) of een kleine impact (Italië) hebben gehad op de verspreiding van omikron. Dat is nou juist de reden waarom de WHO en de Europese ECDC niet zo van de reisverboden zijn: het lijkt misschien wel verstandig maar het helpt niet.
Dan het risico op besmetting in het vliegtuig. Dat is met de huidige aanpak vrij goed naar beneden te krijgen. Een mondkapje bijvoorbeeld tijdens het reizen (hoe vervelend dat ook is) verlaagt het risico van besmetting met zeventig procent. En ja, er blijft een kans op besmetting tijdens een vlucht, naar dat risico is kleiner dan tijdens reizen met de bus, metro en trein, zo blijkt uit een recente publicatie in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
Het is daarom buitengewoon teleurstellend dat reizigers voor vluchten naar de EU nog steeds een negatieve PCR-test moeten laten zien. Dit is voor veel zakelijke en leisure-reizigers echt een showstopper. Zelfs als je je prima voelt, kan een positieve test immers leiden tot tien dagen opsluiting op een verre bestemming met hoge kosten. Je bedenkt je dus wel twee keer voordat je naar een land buiten de EU heen en terug wilt vliegen.
Gelukkig kwam de Europese Raad half februari met de aanbeveling om vanaf 1 maart niet meer alles en iedereen te testen voor vertrek naar de EU. Diverse EU-landen namen dit over maar de Nederlandse overheid talmt nog steeds. Het zal er wel van komen, maar dit soort nodeloos getreuzel kost de sector miljoenen.
Walter Schut
Adjunct-directeur ANVR
Deze column verscheen in de maart-uitgave van Luchtvaartnieuws Magazine. Klik hier om een los nummer te bestellen.