DEN HAAG - De kersverse president en CEO van KLM, Peter Hartman, heeft zich donderdag (12 april) hard gemaakt voor een voorkeurspositie van zijn maatschappij op Schiphol. Volgens Hartman moeten in verband met beperkte capaciteit op grote hubs, netwerkmaatschappijen voorrang krijgen op het zogenoemde ‘point-to-pointverkeer’. De KLM-president zei dat tijdens een luchtvaartcongres van Airneth in Den Haag.

Vluchten die niet hub-gebonden zijn moeten in dat geval naar kleinere luchthavens worden verplaatst, aldus Hartman.

De KLM’er is van mening dat er veel ruimte in de lucht gewonnen kan worden door de komst van een ‘Single European Sky’, een soort pan-Europees luchtverkeersleidingssysteem. Door het ontbreken daarvan is de lucht boven Europa nu nog erg gefragmenteerd, wat tot opstoppingen, vertragingen en onnodig brandstofverbruik leidt. “Als we de verspilde vlieg- en taxitijden als gevolg van de beperkte capaciteit alleen al rond de luchthaven Schiphol optellen, dan resulteert dat in extra CO2-uitstoot door het onnodig in de lucht houden van één vliegtuig voor 134 dagen per jaar”, zo betoogde de nieuwe KLM-topman.

Hartman vindt dat de bal te lang bij de landelijke en Europese politiek blijft liggen, waardoor het milieu onnodig met zes tot tien procent extra CO2-uitstoot wordt belast. De opvolger van Leo van Wijk vindt dat KLM zelf al wel veel initiatief toont om nadelige gevolgen voor het milieu te beperken. “Door onze investeringen in een moderne vloot vliegen we 25 procent zuiniger dan het gemiddelde lid van de Association of European Airlines. We kopen nieuwe vliegtuigen en passen bestaande types aan, bijvoorbeeld door het aanbrengen van brandstofbesparende winglets”, aldus Hartman.

Niet geheel onverwacht heeft de KLM-topman weinig op met de geplande milieutoeslag op vliegtickets in Nederland. “Die toeslag helpt het milieu niet en het beschadigt onze concurrentiepositie.”

Van onze verslaggever