Nederland, België en zeven andere landen hebben de Europese Commissie opgeroepen om een wetsvoorstel te maken voor een Europese vliegbelasting. De landen zeggen te streven naar een gecoördineerde aanpak van belastingen en economische instrumenten om de uitstoot van broeikasgassen door de luchtvaart te beperken.

A4E vindt dat er nogal wat valt af te dingen op de verklaring. Zo zijn er grote verschillen zijn tussen belastingen en heffingen die door de verschillende transportmodi opgehoest worden. “In tegenstelling tot wegtransport en spoorwegen - die grote hoeveelheden overheidssubsidies ontvangen - betaalt de luchtvaartindustrie zelf de meerderheid van zijn infrastructuurkosten, bovenop het betalen van de meeste beveiligingskosten”, stelt A4E. Uit cijfers van IATA blijkt volgens A4E dat luchtvaartmaatschappijen in 2017 in Europa 31 miljard euro betaalden voor het gebruik van luchthaveninfrastructuur.

Daarnaast betaalt de luchtvaart sinds 2012 voor uitstoot via het Europese emissiehandelssysteem ETS. De kosten daarvan zijn sinds 2018 verdrievoudigd. “Het EU ETS is in feite al een gecoördineerd economisch instrument om de CO2-uitstoot van de luchtvaart te belasten. Dit feit werd opvallend genoeg niet genoemd in de ministersverklaring”, aldus A4E.

Vrijgesteld van accijnzen
“Het is gewoon onjuist om te beweren dat de luchtvaart helemaal niet wordt belast of dat de sector te weinig bijdraagt. Alleen al in 2018 betaalden Europese luchtvaartmaatschappijen meer dan vijf miljard euro aan ETS en milieubelastingen”, stelt A4E-topman Thomas Reynaert. Hij stelt verder dat de maritieme sector is vrijgesteld van accijnzen, terwijl 21 EU-lidstaten spoorwegexploitanten een btw-vrijstelling verlenen voor grensoverschrijdend reizen.

Volgens A4E heeft luchtvaart “een wereldwijde oplossing nodig voor een wereldwijd probleem”. De organisatie stelt dat de luchtvaart de enige industrie is die een wereldwijd overeengekomen mechanisme (CORSIA) heeft om de CO2-uitstoot aan te pakken. Via dit programma financieren luchtvaartmaatschappijen met ingang van 2021 klimaatprojecten over de hele wereld.

“Op dit kritieke moment moet de EU zich concentreren op het ondersteunen van onze inspanningen om C2-uitstoot terug te dringen en effectieve maatregelen te nemen, in plaats van toevlucht te nemen tot symbolische gebaren zoals belastingen, die geen wezenlijke invloed hebben op CO2-reductie”, aldus Reynaert.