NOORDWIJK - De Europese partnerlanden van het JSF-ontwikkelingsprogramma waren dinsdag (7 maart) in Noordwijk bijeen om te spreken over samenwerking. Uitgangspunt daarbij is de situatie die ontstaat als de landen eind dit jaar besluiten mee te doen met het produktie-, instandhoudings- en doorontwikkelingsprogramma van de F-35 Joint Strike Fighter. Denemarken, Italië, Nederland, Noorwegen en Turkije waren vertegenwoordigd.

Aangezien de productie, instandhouding en verdere ontwikkeling van de JSF de komende 30 tot 40 jaar omvat, zijn er aanzienlijke belangen mee gemoeid. Het gaat daarbij om Europese samenwerking op het gebied van operationele inzetbaarheid van het toestel, werkgelegenheid en het versterken van de kenniseconomie en industrieomzet.

Voor het opstellen van een Europees plan moet aan ten minste twee voorwaarden zijn voldaan: een gezamenlijke Europese visie op de assemblage en instandhouding èn de Amerikaanse overheid en de vliegtuig- en motorfabrikanten moeten het initiatief steunen, mede met het oog op technologieoverdracht. Over deze zaken is vandaag uitvoerig gesproken, zo meldt het ministerie van Defensie.

Voor de zomer moet het plan gereed zijn, waarna het kan worden betrokken bij de besluitvorming over het Memorandum of Understandingover de produktie de instandhouding van de JSF. Ondertekening daarvan door alle partners is voorzien voor het einde van het jaar. De verwerving van de JSF is in de partnerlanden nog onderwerp van parlementaire besluitvorming.