Inspecties van de romp worden bij KLM nu door onderhoudsmedewerkers uitgevoerd en zijn belangrijk om kleine beschadigingen aan vliegtuigen op te sporen die kunnen ontstaan door bliksem- of hagelinslag. Volgens KLM kunnen de inspecties tijdrovend zijn, omdat het bekijken van romp en vleugels door medewerkers secuur en op een veilige manier moet gebeuren. De drone kan helpen om de inspectietijd te verkorten, waardoor er bespaard kan worden op kosten.

De drone wordt bestuurd door een gecertificeerde drone-operator en maakt video- en foto-opnames van de romp waardoor schades opgespoord kunnen worden.

Blikseminslag
Bij de drone-test op de Boeing 737-800 werd schade door blikseminslag nagebootst. De drone stuurde de beelden door naar een laptop, zodat de denkbeeldige schadeplekken te zien waren op het beeldscherm van de laptop.

KLM noemt de inzet van de drone een serieuze aangelegenheid. De drone heeft een echte 'PH-registratie' en de drone-operator en camera-operator zijn gecertificeerd om de werkzaamheden te mogen uitvoeren.

Gecontroleerde omgeving
Voorlopig gaat het om drone-onderzoek op nog kleine schaal in een gecontroleerde omgeving, met behulp van een gecertificeerde drone-operator. Er moeten wettelijk minimaal drie mensen aanwezig zijn bij deze onderhoudsinspecties. KLM is samen met IATA betrokken bij het ontwikkelen van wetgeving op dit vlak.

KLM is niet de eerste maatschappij die de inzet van drones test tijdens onderhoudsinspecties. Binnen de luchtvaartindustrie test ook easyJet al enige tijd de inzet van drones. Buiten de luchtvaart worden drones ook getest bij de inspectie van hoogspanningsmasten door netwerkbeheerder TenneT.