Het Amerikaanse Congres stelt 3,2 miljard dollar beschikbaar om de noodlijdende luchtvaartmaatschappijen te helpen. Het Witte Huis was daartegen. Hulp werd geboden omdat de luchtvaartsector klaagde dat de oorlog tegen Irak een dramatische en niet eerder vertoonde terugval in de verkoop van vliegtickets tot gevolg had en dat uitgerekend op een moment dat de grotere luchtvaartmaatschappijen het zwaar te verduren hebben.

In het Huis van Afgevaardigden werd een voorstel ingebracht dat 3,2 miljard dollar zou kosten, terwijl de Senaat er een kreeg te behandelen voor een bedrag van 3,5 miljard dollar.

Het Witte Huis vond het prijskaartje van beide plannen buitensporig”. Het zou daarom met de beide Kamers willen werken aan plannen die goedkoper zijn. De regering is van oordeel dat de luchtvaartmaatschappijen – naast verregaande bezuinigingsmaatregelen – ook een herstructurering dienen door te voeren alvorens er sprake kan zijn van hulp.

Het is de tweede keer in minder dan twee jaar dat de helpende hand wordt geboden aan de Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen. Na 11 september 2001 schoot het Congres hen te hulp met een bedrag van 15 miljard dollar.