DEN HAAG - Als Nederland besluit te stoppen met de ontwikkeling en de aanschaf van het Amerikaanse gevechtsvliegtuig Joint Strike Fighter (JSF), dan gaat daar minstens 450 miljoen euro mee verloren. Een woordvoerster van Defensie bevestigt maandag (26 mei) dat deze cijfers uit een bericht in NRC Handelsblad bij benadering kloppen.

Zij wijst erop dat in die berekening nog geen rekening is gehouden met de orders die het Nederlandse bedrijfsleven dan misloopt en de kosten die gemoeid zijn met de aanschaf van een ander gevechtsvliegtuig dat dan de huidige F-16's moet vervangen. Uiteindelijk zijn de kosten dan nog hoger.

De woordvoerster wijst er op dat de berekening, zoals verschenen in de krant, niet afkomstig zijn van Defensie.

De Staat heeft tot nu toe ruim 1 miljard euro voor de JSF uitgetrokken. In februari werd het totale budget voor de naar verwachting 85 nieuwe JSF's naar boven bijgesteld tot bijna 5,7 miljard euro.

Staatssecretaris Jack de Vries (Defensie) erkende in februari dat het JSF-project kostbaar en groot is. Maar hij zei dat de belastingbetaler niet hoeft op te draaien voor de ontwikkeling van het gevechtsvliegtuig. “De belastingbetaler zal het prijsverschil tussen zelf ontwikkelen of van de plank kopen niet in zijn portemonnee voelen. Dat bedrag moet het bedrijfsleven dat opdrachten door het project krijgt afdragen.''

Naar verwachting zal het kabinet deze zomer komen met een aanpassing van de zogenoemde business case, waarin wordt bepaald welk percentage van de JSF-opdrachten het bedrijfsleven moet terugbetalen aan de Staat.




(c) ANP