LONDEN - De Britse regering speelde in 1974 met de gedachte zich terug te trekken uit het Brits-Franse Concorde-project. Dat blijkt uit dinsdag vrijgegeven regeringsdocumenten. Toenmalig luchtvaartminister Michael Heseltine noemde de Concorde in 1973 ‘hopeloos’, vanwege de enorme kosten die aan de ontwikkeling van het supersonische verkeersvliegtuig kleefden.

Volgens de documenten, waaruit The Independent citeert, was de enige reden waarom de Britten betrokken bleven bij het Concorde-project om de Franse president Georges Pompidou te vriend te houden en de toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de Europese Economische Gemeenschap (EEG) niet in gevaar te brengen. De Franse regering hield destijds nog rekening 125 tot 175 Concordes te bouwen.

De Britse topbestuurders vreesden echter dat er niet meer dan tien zouden worden gebouwd, omdat er naast Air France en BOAC (British Airways) nauwelijks belangstelling was voor de Concorde. Uiteindelijk zijn er twintig supersonische Brits-France toestellen gebouwd. In oktober 2003 maakte een Concorde van British Airways de allerlaatste vlucht.