AMSTERDAM - “Boven mijn wildste verwachtingen”, antwoordt Bill Glover op de vraag of die bio-fuel nou een beetje van de grond wil komen. De Environmental Strategy Chief uit Seattle, die woensdag (11 maart) Nederland kort aandeed, baseert zijn enthousiasme op een nauw contact met alle direct-betrokkenen: de grote vier motorenleveranciers (P&W, RR, GE, CFM), een aantal leveranciers van de technologie, een zestal airlines en natuurlijk de grote vier vliegtuigbouwers: Embraer, Bombardier, Airbus en Boeing zelve.
De partijen hebben als ‘verenigde luchtvaartindustrie’ een convenant getekend waarin ze de wereld beloven klimatologisch en energietechnisch hun beste beentje voor te zetten. De techniek waar het allemaal vandaan moet komen blijkt boven verwachting succesvol.
Glover: “Twee jaar geleden was biofuel nog een veelbelovend, maar verafgelegen toekomstperspectief. In het laatste jaar zijn de ontwikkelingen echt in een stroomversnelling geraakt. Nog maar kort geleden dachten we bijvoorbeeld dat je uit een liter biofuel nooit de energie zou kunnen halen die er in JetA1 uit aardolie zit. Dat blijkt onzin, de Energy Density beweegt zich snel richting gelijkwaardigheid, gaat er in sommige mengverhoudingen zelfs flink overheen.” Maar ook de overige specs blijken veel makkelijker benaderd of zelf overtroffen te kunnen worden dan men eerder dacht. Glover: “Verwonderlijk, omdat we nog maar aan het begin van de ontwikkeling staan. Het zit gewoon mee, kun je wel stellen.”
Behalve de olieprijs dan, die op een voor dit soort initiatieven onprettig laag niveau blijft hangen. Glover: “Niemand houdt er serieus rekening mee dat die prijs op het huidige niveau zal blijven. Maar geld is ook niet de enige drijfveer.” In dat verband trekt de man natuurlijk weer de typisch Amerikaanse metaforen uit de kast: “Olie is leven van je spaartegoeden. Biofuel is leven van de verdiensten van hard werken”, zo houdt Glover ons voor.
Aan de specs zal het niet liggen. Houdbaarheid, stabiliteit, vriespunt: op geen van deze terreinen bestaan grote problemen, of worden die verwacht. Toch met er nog uitgebreid getest worden. Het is een heel nieuw terrein. Glover: “What we don’t know, is what we don’t know. Maar wat we wel weten is allemaal zeer hoopgevend.”
Door Goof Bakker
De partijen hebben als ‘verenigde luchtvaartindustrie’ een convenant getekend waarin ze de wereld beloven klimatologisch en energietechnisch hun beste beentje voor te zetten. De techniek waar het allemaal vandaan moet komen blijkt boven verwachting succesvol.
Glover: “Twee jaar geleden was biofuel nog een veelbelovend, maar verafgelegen toekomstperspectief. In het laatste jaar zijn de ontwikkelingen echt in een stroomversnelling geraakt. Nog maar kort geleden dachten we bijvoorbeeld dat je uit een liter biofuel nooit de energie zou kunnen halen die er in JetA1 uit aardolie zit. Dat blijkt onzin, de Energy Density beweegt zich snel richting gelijkwaardigheid, gaat er in sommige mengverhoudingen zelfs flink overheen.” Maar ook de overige specs blijken veel makkelijker benaderd of zelf overtroffen te kunnen worden dan men eerder dacht. Glover: “Verwonderlijk, omdat we nog maar aan het begin van de ontwikkeling staan. Het zit gewoon mee, kun je wel stellen.”
Behalve de olieprijs dan, die op een voor dit soort initiatieven onprettig laag niveau blijft hangen. Glover: “Niemand houdt er serieus rekening mee dat die prijs op het huidige niveau zal blijven. Maar geld is ook niet de enige drijfveer.” In dat verband trekt de man natuurlijk weer de typisch Amerikaanse metaforen uit de kast: “Olie is leven van je spaartegoeden. Biofuel is leven van de verdiensten van hard werken”, zo houdt Glover ons voor.
Aan de specs zal het niet liggen. Houdbaarheid, stabiliteit, vriespunt: op geen van deze terreinen bestaan grote problemen, of worden die verwacht. Toch met er nog uitgebreid getest worden. Het is een heel nieuw terrein. Glover: “What we don’t know, is what we don’t know. Maar wat we wel weten is allemaal zeer hoopgevend.”
Door Goof Bakker
