Waar luchtvaartmaatschappijen in het overzeese deel van het Nederlandse Koninkrijk het vaak niet lang uithouden, vormt Winair een uitzondering op de regel. De airline is opgericht in 1961 en heeft de Nederlandse Staat (7,92 procent) en het land Sint Maarten (92,08 procent) als enige aandeelhouders. De Nederlandse overheid hielp het bedrijf door de coronacrisis met een inmiddels terugbetaalde lening, mede om de eilanden Saba en Sint Eustatius door de lucht bereikbaar te houden.

Momenteel bestaat de vloot uit vier Twin Otters en twee ATR’s. Daarmee vliegt de maatschappij, behalve op Saba en Sint Eustatius, ook op onder andere Saint Barth, Saint Kitts, Antigua, Dominica, de ABC-eilanden en de Britse Maagdeneilanden. Een deel van die bestemmingen heeft zelf geen of slechts een beperkt aantal verre vliegverbindingen, waardoor Sint Maarten als draaischijf fungeert voor reizigers naar overzeese gebieden.

Van de Velde wil nog een extra DHC-6 Twin Otter (19 stoelen) en één of meerdere ATR 42’s (48 stoelen) aan de vloot toevoegen. Daarnaast is het zijn ambitie om de samenwerking uit te breiden met grote internationale airlines zoals United, JetBlue, Air France en KLM. “De eisen die deze airlines aan ons stellen zijn echter zeer hoog. Als we daar niet aan voldoen, valt de bodem onder ons bestaan weg. Ik wil dus nadrukkelijk samenwerken met de grote jongens en aan hun kwaliteitseisen voldoen.”

Van de Velde vervolgt: “We hebben nu tien luchtvaartmaatschappijen waarmee we interline agreements hebben, maar ik wil liever codeshare agreements om de omzet te laten groeien. Daartoe zijn we onlangs een traject gestart om over ongeveer een jaar IOSA-gecertificeerd te zijn. Dit is voor lecagy carriers een voorwaarde om codeshare agreements af te sluiten op de ATR-vloot.”

Lees het hele interview met de Winair-topman in de februari-editie van Luchtvaartnieuws Magazine. Klik hier om een voordelig abonnement te nemen, voor slechts 40 euro per jaar. Heeft u al een abonnement? Dan kunt u hier het magazine lezen.