DE MEERN - De door de Nederlandse regering in te voeren belasting op vliegtickets is in strijd met internationaal recht. Dat meldt de ANVR op basis van een advies van het Rotterdamse belastingadviesbureau Loyens Loeff, dat onderzoek deed naar de wettelijke mogelijkheden van de door het kabinet voorgestelde ticketbelasting. De ANVR startte begin deze week een actie tegen de belasting, die per jaar 350 miljoen euro moet opleveren.
Eerder al meldde luchtvaartjurist Frans Vreede in de Telegraaf van Boekel de Neree dat de belasting in strijd met het luchtvaartverdrag van Chicago. Twee belastingadviseurs van Loyens Loeff komen nu tot dezelfde conclusie.
In art. 15 van dit Verdrag is vastgelegd dat geen tarieven, rechten of andere kosten mogen worden opgelegd aan het vliegverkeer door een verdragsluitende Staat. Eerder heeft de Belgische Raad van State een soortgelijk voorstel in België in strijd met dit Verdrag verklaard.
De ticketbelasting wordt tevens in strijd geacht met artikel 49 van het EG-verdrag, waarin het vrije verkeer van diensten is geregeld. Het regeerakkoord maakt bij de tickettax expliciet een uitzondering voor transferpassagiers. Volgens belastingadviseurs Prof. dr. Van der Paardt en mr. Janssen is dit discriminerend ten opzichte van in Nederland opstappende passagiers.
Milieugrondslag
De ticketheffing wordt verder in strijd geacht met twee Europese verordeningen uit 2004 die zijn gericht op het realiseren van een Single European Sky. Deze verordeningen gaan verder in op de artikelen van het Verdrag van Chicago.
Het is nog niet duidelijk of de ticketbelasting wordt opgenomen in de Wet Belasting op Milieugrondslag. Indien dit het geval is, stellen de adviseurs van Loyens Loeff dat de belasting niet evenredig is aan de milieulast die de passagiers veroorzaken. De belasting mist in dat geval een correcte grondslag.
De ANVR zal dit rapport beschikbaar stellen voor politieke partijen en gaat er vanuit dat de overwegingen van de adviseurs serieus worden genomen bij de beraadslagingen over deze belasting in de Tweede Kamer. Ook worden de Nederlandse vertegenwoordigers in het Europese Parlement op de hoogte gesteld.
Eerder al meldde luchtvaartjurist Frans Vreede in de Telegraaf van Boekel de Neree dat de belasting in strijd met het luchtvaartverdrag van Chicago. Twee belastingadviseurs van Loyens Loeff komen nu tot dezelfde conclusie.
In art. 15 van dit Verdrag is vastgelegd dat geen tarieven, rechten of andere kosten mogen worden opgelegd aan het vliegverkeer door een verdragsluitende Staat. Eerder heeft de Belgische Raad van State een soortgelijk voorstel in België in strijd met dit Verdrag verklaard.
De ticketbelasting wordt tevens in strijd geacht met artikel 49 van het EG-verdrag, waarin het vrije verkeer van diensten is geregeld. Het regeerakkoord maakt bij de tickettax expliciet een uitzondering voor transferpassagiers. Volgens belastingadviseurs Prof. dr. Van der Paardt en mr. Janssen is dit discriminerend ten opzichte van in Nederland opstappende passagiers.
Milieugrondslag
De ticketheffing wordt verder in strijd geacht met twee Europese verordeningen uit 2004 die zijn gericht op het realiseren van een Single European Sky. Deze verordeningen gaan verder in op de artikelen van het Verdrag van Chicago.
Het is nog niet duidelijk of de ticketbelasting wordt opgenomen in de Wet Belasting op Milieugrondslag. Indien dit het geval is, stellen de adviseurs van Loyens Loeff dat de belasting niet evenredig is aan de milieulast die de passagiers veroorzaken. De belasting mist in dat geval een correcte grondslag.
De ANVR zal dit rapport beschikbaar stellen voor politieke partijen en gaat er vanuit dat de overwegingen van de adviseurs serieus worden genomen bij de beraadslagingen over deze belasting in de Tweede Kamer. Ook worden de Nederlandse vertegenwoordigers in het Europese Parlement op de hoogte gesteld.
