De Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen zeggen dat de passagiers niet bereid zijn twee en een halve dollar te betalen voor iedere vlucht die zij boeken. Dat bedrag wordt nu geheven om de veiligheid van het vliegen te bevorderen na de gebeurtenissen van 11 september 2001. Dit extra bedrag drukt te zeer op de prijzen van de vliegtickets en daarom betalen de luchtvaartmaatschappijen die maar zelf. Voor de carriers die op de rand van een bankroet verkeren, is het een hachelijke zaak. De vraag wie die twee en een halve dollar moet betalen dient in een breder verband te worden gesteld, namelijk: wie is verantwoordelijk voor de veiligheid in de luchtvaart. Critici verdenken het Congres ervan de roep om veiligheid te willen aangrijpen om de belastingbetaler lichter te maken. Economen die de leer van de vrije economie aanhangen menen dat de passagier voor zijn eigen veiligheid dient te betalen. Als passagiers worden geconfronteerd met de extra kosten, kunnen ze de afweging maken tussen de voordelen en de risico’s van het reizen per vliegtuig en dan kiezen voor een reis per trein of bus. Deskundigen zijn van mening dat de passagier voor de kosten van zijn eigen veiligheid dient op te draaien en dat deze kosten niet op de belastingbetaler moeten worden afgewenteld. Met de beveiliging van vliegtuigen en luchthavens is een bedrag van 3 miljard dollar gemoeid.