DEN HAAG - Enkele Nederlandse militairen gaan eind volgende week naar Charkov in het oosten van Oekraïne om te kijken of er nog persoonlijke bezittingen van slachtoffers van de vliegramp zijn ingeleverd. Ook willen ze met de lokale autoriteiten de laatste stand van zaken rond de MH17 bespreken.
Als het veilig genoeg is, gaat het kleine Defensieteam ook naar de rampplek om een "nog kleine hoeveelheid" stoffelijke resten op te halen. Als dat lukt, worden die naar verwachting op zaterdag 7 februari naar Nederland overgevlogen. Daarbij wordt dan hetzelfde ceremonieel in acht genomen als bij de eerdere keren dat er menselijke resten naar Nederland kwamen, meldde het ministerie van Veiligheid en Justitie vrijdag.
Bij de ramp op 17 juli vorig jaar kwamen alle 298 inzittenden van de Boeing 777 van Malaysia Airlines om het leven, onder wie 196 Nederlanders. Drie van hen - allen Nederlander - zijn nog niet geïdentificeerd.
Nadat voor de laatste keer stoffelijke resten waren overgevlogen naar Nederland, zijn opnieuw wat overblijfselen gevonden door lokale hulpdiensten en bewoners. Die resten zijn in de buurt van het rampgebied opgeslagen.
Wrakstukken
In Charkov liggen nog wrakstukken die de Onderzoeksraad voor Veiligheid niet direct nodig had voor het onderzoek naar de oorzaak van het ramp. De wrakstukken die belangrijk waren voor het onderzoek, werden in december al naar Nederland overgebracht.
De repatriëringsmissie werd in december voorlopig beëindigd vanwege het winterse weer en de veiligheidssituatie in het rampgebied. Zodra het kan, keren de deskundigen er weer terug om hun werk voort te zetten.
(c) ANP
