PARIJS - In een interim rapport over het ongeluk met een Airbus A320 van Air New Zealand, wordt geen duidelijke oorzaak van de dodelijke crash genoemd. Het Franse onderzoeksbureau BEA dat het ongeluk tegen het licht hield, gaf de voorlopige resultaten dinsdag (24 februari) vrij. Uit het verslag komt wel naar voren dat de Airbus crashte tijdens een test waarbij met lage snelheden gevlogen werd.

Die test had eigelijk eerder tijdens de vlucht moeten worden gedaan, maar dat was met het oog op het vliegverkeer in de omgeving niet mogelijk. Daarop besloot de bemanning van de Airbus om de test tijdens de nadering van de luchthaven van Perpignan uit te voeren.

Het vliegtuig zou na een leaseperiode bij XL Airways Germany terugkeren naar Air New Zealand, de eigenaar van het toestel. In Perpignan had de A320 een onderhoudsbeurt gekregen en waren de kleuren van Air New Zealand weer op de Airbus aangebracht.

BEA adviseert de Europese luchtvaartautoriteit EASA om duidelijke richtlijnen op te stellen over wat wel en niet mag tijdens niet-commerciële vluchten. Op dit moment ontbreekt het aan dergelijke regels en wordt het testprogramma naar eigen inzichten opgesteld, aldus de onderzoekers.

Voordat EASA de regels heeft aangescherpt, zou de organisatie per geval goedkeuring moeten verlenen aan maatschappijen die een aflevervlucht - of andere oefenvlucht - wilen uitvoeren.

Bij de vliegramp op 27 november 2008 kwamen alle zeven inzittenden om. Het toestel werd bestuurd door twee piloten van XL Airways. Ook waren een piloot en drie technici van Air New Zealand in het vliegtuig aanwezig. Het zevende slachtoffer was een toezichthouder van de Nieuw-Zeelandse luchtvaartautoriteiten.

Klik om het rapport te bekijken.