INNSBRUCK - Transavia verwacht deze winter aanzienlijk meer vakantiegangers naar de sneeuw te zullen vervoeren dan vorig jaar. Dit zegt algemeen directeur Mattijs ten Brink vrijdag in een vraaggesprek met Luchtvaartnieuws.nl in Innsbruck, de grootste winterbestemming van de maatschappij. "De boekingen op Innsbruck zijn toegenomen met elf procent, terwijl we zes procent meer capaciteit inzetten", zegt Ten Brink.
Hoewel Nederlandse consumenten bezuinigen op de wintersport, door niet te gaan of minder uit te geven, weet Transavia van de reizigers die wél gaan een steeds grotere groep te trekken.
Innsbruck is voor Transavia de grootste sneeuwbestemming en Ten Brink zegt daarom in te schatten dat de stijging van het passagiersaantal naar de Oostenrijkse luchthaven daarom "redelijk representatief is". De maatschappij verzorgt deze winter rond de vijftig vluchten per week naar de sneeuw.
De topman denkt overigens dat de terugloop van het aantal Nederlanders dat deze winter naar de sneeuw zal gaan wel wat meevalt. "Het is typisch een markt met late boekingen. Mensen geven bezuinigen wel op hun uitgaven tijdens de wintersport."
Twee Boeing 737's van Transavia op het platform van de luchthaven van Innsbruck. Foto: Lolke van der Heide.
Transavia zit "scherp in de markt" door te concurreren op prijs. Ten Brink: "We laten ons niet de kaas van het brood eten. Onze vliegtuigen naar de sneeuw zitten tot en met de Kerst al helemaal vol." De grootste concurrent van het vliegtuig naar de wintersportbestemmingen is de auto.
Transavia vliegt op alle grote wintersportbestemmingen in Europa, zegt Ten Brink. "Ik denk dat wij 80 tot 90 procent van de belangrijkste ski-oorden bedienen. Ik kan zo gauw ook geen sneeuwbestemming bedenken die we nog zouden moeten toevoegen. Je moet ook niet te veel willen. Beter goed zijn op tien bestemmingen, dan enkele die er maar bijhangen."
Ten Brink bond donderdag zelf de lange latten onder om de pistes bij Innsbruck te verkennen. "Prima omstandigheden", zei hij na afloop onder een stralende zon en met een dik sneeuwdek.
Door Lolke van der Heide