SINGAPORE - Boeing zet sterker in op het ombouwen van passagierstoestellen tot vrachtvliegtuigen. Volgens Ted Colbert, hoofd van de servicetak van het Amerikaanse concern, is de capaciteit op dit vlak sinds het begin van de pandemie bijna verdubbeld. En Boeing zou nog steeds naar mogelijkheden kijken om deze capaciteit verder uit te breiden, bijvoorbeeld in Azië.
Aanvankelijk had de vliegtuigfabrikant twaalf productielijnen om passagiersvliegtuigen om te bouwen. Dat zijn er nu al 22, zei Colbert op de Singapore Airshow. Zeventien lijnen zijn voor ombouw van Boeing 737's en vijf voor 767's. Op de Singapore Airshow werd een deal gesloten voor een nieuwe 767-ombouwlijn in het Chinese Guangzhou.
Tijdens de ombouw wordt het volledige interieur gestript. Daarnaast wordt het vliegtuig voorzien van een versterkte laadvloer en een grote vrachtdeur. Zodra de klus geklaard is wordt BCF ofwel 'Boeing Converted Freighter' aan de typeaanduiding toegevoegd.
Toegenomen vraag
Reden voor deze ontwikkeling is de toegenomen vraag bij luchtvaartmaatschappijen naar cargotoestellen. Door de pandemie zijn er namelijk veel minder passagiersvluchten. Dat betekent ook dat er minder vracht mee kan in het ruim van die toestellen. Om dat te compenseren zijn extra vrachtvluchten nodig. Daarbij kan het lucratief zijn voor maatschappijen om passagiersvliegtuigen, die anders maar geparkeerd staan, om te bouwen of tijdelijk in te zetten voor vrachtvervoer.
Luchtvaartbrancheorganisatie IATA zei vorige maand dat de wereldwijde vrachtcapaciteit nog steeds beperkt is, wat de prijzen in de cargobranche opdrijft. In december lagen de tarieven volgens IATA bijna 150 procent boven het niveau van 2019, het laatste jaar voor de virusuitbraak.