
Op de A12 liggen de demonstranten, op sociale media regent het hashtags, en in de rechtszaal marcheren rechters die het vooral héél goed met ons menen. Nederland gonst, bromt en sist, maar niemand lijkt zich nog af te vragen of gezond verstand ook een stem heeft.
We hebben demonstreren in soorten en maten. Er is demonstreren voor betere lonen, er is demonstreren tegen oorlog en er is demonstreren tegen het vliegen. En nu dus ook demonstreren in het hart van een grote moderne luchthaven, achter de veiligheidscontroles, precies daar waar je normaal je riem moet afdoen, een flesje water van 101 milliliter niet mee mag. Waar een nagelschaartje als mogelijk wapen wordt gezien.
En de rechter? Die gaat niet alleen over de wet en de veiligheid, maar duikt ook diep de inhoud in. Letterlijk: “In tijden van klimaatcrisis is dit zó absurd, dat burgerlijke ongehoorzame demonstraties hiertegen passend en noodzakelijk zijn.” Waren de woorden. Met ongeloof klapperden mijn oren. Dat is geen juridische overweging meer, dat is gewoon een oproep tot protest met de toga aan.
En dan komt de vraag. Zou de rechter dit ook zeggen over andere activiteiten? Want te veel eten en drinken is direct aantoonbaar nog vele malen slechter voor de volksgezondheid dan vliegen. Obesitas, diabetes, leverziekten, dat zijn geen vergezichten in 2100, maar problemen van vandaag. Dus waarom dan geen blokkades bij de supermarkt? Waarom geen spandoeken bij de slijterij? Waarom geen actiegroepen die de hamsterende massa bij de kiloknallers terugdringen, met volledige steun van de rechter? Weg met de bonuspassen!
De Franse politiek filosoof Michel Foucault zou dit ‘disciplinerende systemen’ noemen. We worden verleid, gestuurd en beloond om hetzelfde gedrag te herhalen. Of het nu vliegen is of boodschappen doen: het is dezelfde activiteit, vind ik. Maar waar Foucault nog sprak over het sociale contract, lijken sommige rechters nu vooral het contract met de juridische realiteit op te zeggen. Want ja, de demonstranten voelen zich niet gehoord. En dan is het legitiem.
En dus staan we hier met een merkwaardige spiegel. Niet het vliegtuig, maar de zegelactie van elke supermarkt bedreigt jouw gezondheid. Niet Schiphol, maar de kiloknallers. Niet de lounge van KLM, maar de caviaweken van Digbo en Derk. Alleen: niemand die onze primaire behoefte, drinken en eten, blokkeert.
Maar ondertussen voelen reizigers zich ook niet gehoord. Die willen gewoon op vakantie, op zakenreis, op familiebezoek of naar een uitvaart. En de caissière van de supermarkt voelt zich ook niet gehoord, omdat zij wéér moet uitleggen dat zegels niet geldig zijn op aanbiedingen.
We hebben er geen taal voor. We praten over ‘demonstratierecht’ en ‘veiligheidseisen’, maar niet over de absurditeit dat je op een luchthaven mag demonstreren waar een nagelschaartje gevaarlijker wordt geacht dan een groep actievoerders die een toegangspoort luidruchtig blokkeert. Zich toegang heeft verschaft op semi illegale wijze of zelfs onbestraft vernielingen aanricht.
Ook vraag ik mij af of de rechter wel recht mag spreken over het gebied achter de paspoortcontrole. Dit is naar mijn idee niet Nederlands grondgebied. Mijn juridische kennis is niet groot, dus ik zal het wel mis hebben over het gebied rond het taxfree walhalla. Misschien een argument voor het hoger beroep?
Misschien begint samenleven met de vraag: zou de rechter ook een demonstratie toestaan bij de rij voor de kassa van de supermarkt, waar de overconsumptie gevaarlijker is dan de rij voor de gate?
Nog één vraagje als slot: hoe was de race op Zandvoort?