Bouwbedrijven Ballast Nedam en TAV klagen Schiphol aan om een langslepend conflict rond de onafgemaakte bouwklus voor een nieuwe pier. De twee bouwers zouden de A-pier bouwen, maar werden na vertragingen en kostenoverschrijdingen van het project afgehaald. Dat vinden die bedrijven onterecht. In de dagvaarding eisen Ballast Nedam en TAV onder andere nog geld voor onderaannemers en leveranciers.
Pogingen om samen met de luchthaven tot een vergelijk te komen waren tevergeefs, zegt een woordvoerster van Ballast Nedam. Daarom stappen de bouwers nu naar de rechter. Over de details van de dagvaarding wil ze niet te veel uitweiden voordat de rechtszaak begint.
Schiphol zegt de dagvaarding te bestuderen en gaat niet in op verdere vragen over de zaak.
In zijn jaarverslag over 2022 schrijft Ballast Nedam samen met TAV nog 283 miljoen euro te eisen van Schiphol. Het gaat onder andere om meerkosten die de bouwcombinatie maakte, maar ook een schadevergoeding. Schiphol diende bij de twee bedrijven een claim in van 93 miljoen euro, staat in hetzelfde verslag. Dat zou een vergoeding moeten zijn voor alle vertragingen en schade die de luchthaven daardoor heeft geleden.
De nieuwe pier, het gedeelte waar passagiers vliegtuigen in- en uit kunnen stappen, had in eerste instantie in 2019 af moeten zijn. Maar de oplevering liep jaren vertraging op, waardoor het project ook veel duurder uitvalt dan voorzien. Toenmalig Schiphol-baas Dick Benschop zei twee jaar geleden na "intensief overleg" de samenwerking met Ballast Nedam en TAV te hebben beëindigd.
Concurrent BAM kreeg vorig jaar de opdracht om de A-pier af te bouwen. Het is nog niet bekend wanneer die pier af zal zijn. Schiphol hoopt in het tweede kwartaal van volgend jaar een nieuwe planning voor de verdere bouw bekend te kunnen maken.