Belgen meer op vakantie, maar minder in eigen land

9 juni 2004 - 2:00
BRUSSEL - In 2003 ging de Belgische bevolking meer op vakantie dan in het jaar ervoor. Dit blijkt uit het reisonderzoek dat het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) jaarlijks organiseert. Aan de enquête 2004 namen ongeveer 6.000 huishoudens deel. Het aantal toeristen in de populairste vakantielanden blijft nagenoeg onveranderd.

In vergelijking met 2002 neemt het totaal aantal vakanties (zowel korte als langere) toe; vakanties van korte duur (één tot drie nachten) stijgen met 10 procent, vakanties van lange duur (vier nachten en meer) stijgen met 13,7 procent. De populairste vakantielanden blijven nagenoeg onveranderd. Toch verschijnen er nieuwe belangrijke bestemmingen zoals Egypte (108.000 reizen, +107 procent) of Tunesië (113.000 reizen, +61 procent).

In 2003 registreerde het NIS 29 miljoen overnachtingen en 11,07 miljoen aankomsten in logiesverstrekkende inrichtingen (hotels, campings, vakantiedorpen, logiesvormen voor specifieke doelgroepen). Gemeten naar het land van herkomst van de reizigers en in vergelijking met 2002 daalt het aantal overnachtingen van de binnenlandse toerist licht (-0,7 procent). Daarentegen blijft het aantal overnachtingen van buitenlandse gasten ongeveer gelijk.

Het totaal aantal overnachtingen in België blijft gelijk voor de belangrijkste markten (Belgen, Nederlanders, Britten, Duitsers en Fransen). Onderling zijn er wel verschuivingen en stijgt het aantal overnachtingen van Nederlanders (+4,5 procent) en Fransen (+5 procent) terwijl die van Britten en Duitsers daalt (-5 procent). Wat de gemiddelde verblijfsduur betreft zijn er verschillende trends waarneembaar: binnenlandse toeristen en Nederlanders boeken gemiddeld drie nachten. Dat is meer dan dat van de andere nationaliteiten. Duitsers zitten tamelijk dicht bij gemiddeld 2,7 nachten, terwijl Fransen en Britten gemiddeld twee nachten per verblijf boeken.

De tien van nationaliteit (gemeten naar aantal overnachtingen) is als volgt:
1. België 13.089.000 (-0,7 procent)
2. Nederland 5.246.000 (+4,5 procent)
3. Verenigd Koninkrijk 2.509.000 (-5,1 procent)
4. Duitsland 2.119.000 (-4,9 procent)
5. Frankrijk 1.786.000 (+4,9 procent)
6. Verenigde Staten 606.000 (-8,8 procent)
7. Italië 489.000 (+10,2 procent)
8. Spanje 417.000 (+2,3 procent)
9. Japan 221.000 (-24,8 procent)
10. Luxemburg 185.000 (+4,9 procent)

(tussen haakjes staat het verschil met 2002)

Bron: NIS (Nationaal Instituut voor de Statistiek, Statistiek en Economische Informatie, FOD Economie)
Copyright Reismedia BV 2024 - Cookieinstellingen