Christa Kloosman: Lot

31 oktober 2012

Banjul, 22 oktober, 20:18 uur. Whatsapp-groepsgesprek met m’n twee B737 vliegmaatjes. “Gehoord van Lotte Dingemans? -Nee? Wat? Ze is vanmiddag omgekomen bij dat ongeluk bij Dronten, in de buurt van Lelystad”.

Ik bevind me for heaven’s sake in het beste hotel van Banjul, voor m’n werk, alwaar ik géén telefonisch bereik heb, en waar de wifi, de airco én alle stroom in één klap in een soort enorme meltdown om de haverklap wegvallen, wanneer er meer dan 4 mensen tegelijkertijd op hun kamers de TV aanzetten.
Vol ongeloof probeer ik mijn NU.nl app te openen, en met de snelheid van een slak laadt de pagina letter voor letter.
Twee vliegtuigjes, vier personen, twee doden. Goed weer, Dronten, vliegclub. Maar geen namen. Geen bevestiging.

-“Weet je dat zeker?

Op het forum heeft de voorzitter van de studentenvereniging een bericht geplaatst, en het is bevestigd door de familie”.

Wel een bevestiging.
Ongeloof.
Ik frons m’n wenkbrauwen.
Zoek verder op internet.
Duurt lang.
Ik háát langzaam.
Ik open Facebook.

De ene foto na de andere zie ik voorbij komen. Met Lot erop. Honderden reacties. Nog meer ongeloof en verbijstering. Nee, niet Lot. Dat kán niet.

Een half uur later staat m’n crew beneden, we vliegen terug naar Nederland. Verdoofd licht ik ze in. Doe een poging om m’n mascara-wangen te herstellen.
Zinloos.
De vlucht biedt afleiding, maar zodra ik ’s ochtends om negen uur in m’n auto op P30 stap is daar de stilte. De een na de andere kist vertrekt vanaf de Kaagbaan. Ik blijf altijd graag even kijken, voordat ik m’n stewardessentrolley op de achterbank slinger en naar huis rijd. Kerosine snuiven of juist rubberlucht inademen.
Nu doet geen enkele take-off me wat. Ik hoor ’t geluid niet eens, besef ik me.
Ik hoor alleen intense leegte.

De dag erop stap ik met m’n vriend een Cessna in.
Ik moet vliegen.
Ik moet gewoon vliegen.

En dan sta je, daags later, in de stromende regen met honderden anderen bij elkaar. Onder elkaars paraplu, in elkaars armen.

Missing man formation.

“Een, twee, drie!!” roept een van ‘onze’ KLS-meiden.
Tientallen knalroze ballonnen met kaartjes eraan vliegen richting Lotte.

We schuifelen naar binnen, worden welkom geheten door een knalroze kist. Waar Lot’s lichaam in ligt. Waar haar foto opstaat, en waarnaast na bijna twee uur honderden kaarsjes zullen staan die haar naar ’t licht zullen brengen.

Er werd gesproken; haar lieve ouders, zusje, broertje, vriend, vrienden en kennissen.

Ik kijk om me heen, heel bewust, en zie al die jonge piloten staan; míjn vrienden, die één voor één breken bij het zien van Lot tijdens haar basetraining film. Tijdens het afspelen van haar solofilm. Zo herkenbaar. Zo dichtbij. Zo ‘ons’. Met elke minuut dat we daar binnen staan, komt het besef opeens.

Ik glimlach wanneer ik terugdenk aan hoe ze recentelijk bij me aan boord zat. “Ik kom zo nog wel naar achter om even bij te kletsen!!” Na een half uur liep ik maar naar háár stoel, op rij 4, en dekte ik haar toe met een paar dekens. Volledig onder zeil van al haar avonturen.

Ik had vanavond nog mailcontact met een van haar beste vriendinnen.
Complimenteerde haar voor haar moed dat ze kon spreken.
Ze gaf me later nog de titel van twee nummers die er gedraaid werden, en waarvan de melodie me maar niet losliet.

Nu zit ik op bed. Koptelefoon op. Ik voel tranen prikken in m’n ogen.
Maar je gaat dóór. Morgen gewoon weer werken.
Wel met een frisse blik op het leven. Even met de benen op de grond gezet. Zelfs als vlieger zijnde.

Lot ging overal en altijd met heel d’r hart voor en voor 200%.
Ik denk dat dat m’n vaste nieuwe motto wordt.


Christa Kloosman

Reageren op artikelen? Graag! Er gelden spelregels. We moedigen toevoeging van uw reactie op onze content aan, maar kijken streng naar taalgebruik.

Copyright Reismedia BV 2024 - Cookieinstellingen