BERLIJN - Vliegen op waterstof (LH2), mits geproduceerd met groene stroom, kan een wezenlijke bijdrage leveren aan de verduurzaming van de luchtvaart. Dat blijkt uit een nieuwe studie van het ICCT. De brandstof moet dan wel op veel plekken beschikbaar komen én goedkoper worden.
Onderzoekers van het International Council on Clean Transportation keken naar de praktische en commerciële haalbaarheid van het gebruik van waterstof in plaats van traditionele kerosine om passagiersvliegtuigen aan te drijven. Eén van de conclusies is dat in 2050 bijna veertig procent van alle vluchten tot een afstand 3.400 kilometer op waterstof zijn uit te voeren.
Er zijn echter wel uitdagingen. Zo komen naar verwachting pas rond 2025 de eerste relatief grote vliegtuigen beschikbaar die op waterstof vliegen. Het gaat om bestaande regionale toestellen die worden omgebouwd. Pas in een later stadium komen de eerste straalvliegtuigen op de markt, die zo’n 165 reizigers kunnen vervoeren. Onder andere door vliegtuigbouwer Airbus wordt aan zo’n toestel gewerkt.
Ook adviseren de onderzoekers om te investeren in infrastructuur om waterstof op een groot aantal luchthavens beschikbaar te maken. In Nederland moet dat onder andere op Groningen Airport Eelde gebeuren. Overheden moeten worden aangemoedigd om dat financieel te ondersteunen. Als laatste moet de prijs van waterstof voor de commerciële luchtvaart omlaag, om zo concurrerend te worden met traditionele brandstof en sustainable aviation fuel, zo staat te lezen in het onderzoek.