EasyJet en motorbouwer CFM vieren twintigjarige relatie

15 april 2016 - 9:55 | Door: 
Niek Vernooij

VILLAROCHE - Het begon in 1996 met de Boeing 737-300. En op dit moment zijn alle 248 Airbus A319's en A320's in de vloot van budgetmaatschappij easyJet voorzien van motoren van de Amerikaans/Franse fabrikant CFM International. Dat jubileum was donderdag reden voor een feestje op de productielocatie van Snecma (Safran) in Villaroche, even ten zuiden van Parijs.

CFM heeft heel regelmatig jubilea te vieren met klanten die al decennialang gebruikmaken van de motoren van de joint venture van het Franse Snecma en het Amerikaanse General Electric. Dat kan ook niet anders, want van de zeer succesvolle CFM56-motor zijn er bijna 30.000 verkocht.

EasyJet is ook niet bepaald de oudste klant van CFM. KLM en Transavia vliegen bijvoorbeeld al dertig jaar met motoren van de onderneming. Maar met in totaal ruim 760 CFM-motoren die easyJet door de jaren heen in gebruik heeft gehad behoort de Britse prijsvechter wel tot ‘s werelds grootste gebruikers van dit motortype.

Na de Boeing 737-300 was vanaf 2000 de 737-700 het volgende toestel in de easyJet-vloot met CFM-motoren. Ook bij de Airbus A319 (vanaf 2003) en de A320 (vanaf 2009) viel de keuze opnieuw op CFM56-5B-motoren. EasyJet is zelfs ’s werelds grootste gebruiker van dit specifieke type, dat ontwikkeld is voor de A320-serie.

Voor CFM reden temeer om stil te staan bij de twintigjarige relatie met de Britse prijsvechter. Naast CFM-topman Jean Paul Ebanga waren ook CEO Philippe Petitcolin van Safran en Snecma-topman Olivier Andries aanwezig om het glas te heffen op twintig jaar samenwerking met easyJet.

Voorlopig komt er nog geen eind aan de nauwe band tussen beide bedrijven. Voor de A320neo, waarvan easyJet er 130 heeft besteld, is de keuze gevallen op de LEAP 1A-motor van CFM. De LEAP is een lichtere en zo’n vijftien procent zuinigere opvolger van de CFM56.

EasyJet heeft voor de door haar bestelde A320neo’s LEAP 1A-motoren verkozen boven de PW1000-motoren van Pratt & Whitney, de belangrijkste concurrent van CFM. De PW1000G heeft te kampen met opstartproblemen, de in november 2015 gecertificeerde LEAP van CFM wordt pas medio dit jaar in dienst gesteld.

Lees een uitgebreid artikel over CFM International in het meinummer van Luchtvaartnieuws Magazine. Klik hier voor een abonnement.

'Geen uitgemaakte zaak'
Volgens topvrouw Carolyn McCall van easyJet was het geen uitgemaakte zaak dat voor de A320neo de keuze zou vallen op de LEAP-motor van CFM. “We hebben er heel erg zorgvuldig naar gekeken voordat we die keuze hebben gemaakt. Het was een close call, maar uiteindelijk is de keuze gevallen op de LEAP.” Waarbij het feit dat easyJet al twintig jaar ervaring heeft met CFM-motoren zeker in het voordeel van de Frans-Amerikaanse fabrikant heeft gewerkt.

McCall benadrukte dat het niet alleen belangrijk is dat de nieuwe LEAP-motoren brandstofzuiniger zijn, maar ook minder CO2 uitstoten en minder geluidsoverlast veroorzaken. De CO2-uitstoot van 81 gram per passagierskilometer behoort volgens haar tot de laagste in de luchtvaartindustrie. Positief vindt McCall ook dat CFM als (half) Europese vliegtuigbouwer bijdraagt aan de werkgelegenheid in Europa. CFM heeft bovendien zo'n 470 toeleveranciers.

In de grote productiefaciliteit van Snecma/Safran in Villaroche vindt de eindassemblage plaats van de CFM56-motoren voor de Airbus A320-serie en Boeing 737 Next-Generation. Daarnaast wordt er ook gebouwd aan de LEAP-motoren voor zowel de nieuwe Airbus A320neo en Boeing 737 MAX.

Vanaf volgend jaar neemt easyJet de eerste van 130 nieuwe A320neo’s in ontvangst. Ook de motoren van die toestellen zullen in Villaroche worden geassembleerd.

Copyright Reismedia BV 2024 - Cookieinstellingen