SCHIPHOL - Het luchtruim rond Schiphol is niet goed genoeg beveiligd tegen drones. Uit een praktijktest georganiseerd door Dronewatch blijkt dat veel drones gewoon in de buurt van de luchthaven kunnen vliegen, terwijl dat volgens de fabrikanten niet zou moeten kunnen.
Met dertig vrijwilligers werden drones van diverse fabrikanten getest vlak buiten maar ook binnen het gecontroleerde luchtruim van Schiphol. Via zogeheten geofencing-software in de toestellen zouden die niet moeten kunnen opstijgen in een aangegeven zone. Die software werkt blijkbaar niet altijd.
In Lisse, net buiten het luchtruim van Schiphol, vlogen alle drones zonder problemen. Op de tweede locatie, bij Nieuw-Vennep, stegen alle drones eveneens op, wat softwaretechnisch al niet zou moeten kunnen. Op locatie drie, in het Haarlemmermeerse Bos op een paar kilometer van Schiphol, bleven alleen de drones van fabrikanten Phantom en DJI aan de grond. De rest vloog gewoon, terwijl dat niet mag.
Wiebe de Jager van Dronewatch is tevreden over het experiment. “De belangrijkste conclusie is dat geofencing in principe gewoon werkt. Alleen moeten dronefabrikanten er wel voor zorgen dat de database met vliegvelden en andere no-fly zones accuraat en up-to-date is. Maar ook al kan de techniek ervoor zorgen dat er niet opgestegen kan worden nabij een vliegveld, uiteindelijk is de dronepiloot eindverantwoordelijk voor het veilig gebruik van het toestel. Daarom blijf ik pleiten voor betere voorlichting en duidelijke communicatie over de vraag waar je nu wel en niet mag vliegen.”
De resultaten van het geofencing-experiment worden vandaag aangeboden aan Sharon Dijksma, staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.