Defensie: ontwikkeling Joint Strike Fighter wel volgens plan

20 november 2007 - 1:00
DRIEBERGEN - "De ontwikkeling van de Joint Strike Fighter verloopt goed. Zowel wat betreft tijd als performance.” Dat meldden Defensie-insiders dinsdag (20 november) aan Luchtvaartnieuws.nl. Recente berichten waaruit zou blijken dat de ontwikkeling van de F-35 Lightning II met grote problemen heeft te kampen worden hiermee tegengesproken. “Er is geen reden voor paniek. Binnen zeer korte tijd gaat het prototype weer vliegen.”

Dinsdagochtend (20 november) is de luchtmachttop in Breda ingelicht over de actuele status van het JSF-project. Opvallend is dat het prototype van de F-35 door enkele problemen sinds mei niet meer heeft gevlogen.

Na achttien geslaagde testvluchten ging het op 3 mei tijdens de negentiende vlucht fout. Op een hoogte van 12.000 meter sloeg een vonkje over. Daardoor ontstond gedurende 0,005 seconden een powerdip. Het reservesysteem nam vervolgens de elektriciteitsvoorziening over.

“Het klopt dat het toestel met vrij hoge snelheid een voorzorgslanding heeft gemaakt en daarbij is beschadigd. Dat is iets wat kan gebeuren in een testvliegprogramma. Er is rekening gehouden met tegenslagen”, aldus insiders. De oorzaak van het probleem is niet zo ingewikkeld als voorgesteld. Het bleek te gaan om een fout in een zogeheten control box in het elektrische systeem. “Deze bleek niet aan de specificaties te voldoen. Dat is inmiddels aangepast.”

Na het incident in mei werd verwacht dat het prototype, door fabrikant Lockheed Martin gedoopt, in augustus weer zou gaan vliegen. Een tijdens een grondtest vastgelopen F135-motor van Pratt & Whitney gooide roet in het eten. Tijdens het testen is een blad uit de turbine afgebroken. “Uiteindelijk zijn drie mogelijke oorzaken gevonden voor het probleem, dat inmiddels is opgelost.” De twintigste vlucht van het prototype zal volgens bronnen "zeer binnenkort" plaatsvinden.

Simulators
De tijd die ‘AA1’ aan de grond staat, betekent niet dat het testprogramma geheel stil ligt. Met behulp van simulators worden alle systemen getest, zowel op de grond als in de lucht met behulp van een . “Ook konden wijzigingen naar aanleiding van de eerste achttien uitgevoerde testvluchten worden geïmplementeerd. Vertraging levert het dus niet op. Alleen voor de ‘show’ is het niet goed dat het vliegtuig zo lang aan de grond staat, omdat het lijkt of er niets gebeurt”, stellen insiders.

Duidelijk is inmiddels dat er minder testvliegtuigen dan eerder gepland zullen worden gebruikt. Het worden er waarschijnlijk dertien in plaats van vijftien. Dat komt volgens Defensie omdat het testprogramma sinds de eerste vlucht in december 2006 beter is verlopen dan verwacht. Om die reden denkt Lockheed Martin minder testvliegtuigen nodig te hebben. Overigens gaan lang niet alle testtoestellen ook daadwerkelijk vliegen; een deel is bedoeld voor static tests.

Intussen ligt bij Lockheed Martin in Fort Worth de prioriteit bij de ontwikkeling van de BF-1, de eerste STOVL-versie van het toestel. Deze versie moet met zijn vermogen om verticaal te starten en te landen de Britse Harrier gaan vervangen, momenteel het enige gevechtsvliegtuig dat deze eigenschap bezit. Vorige maand werden voor het eerst de elektrische systemen van het toestel getest. De eerste vlucht van de STOVL staat gepland voor het voorjaar van 2008.

Laagste prijs
Hoewel er pas in 2010 een definitieve keuze wordt gemaakt voor de vervanging van de F-16, steekt het Nederlandse ministerie van Defensie een sterke voorkeur voor de JSF niet onder stoelen of banken. Nederland is al in 2002 in het project gestapt vanwege de grote invloed die het in het project kreeg en het aandeel van het Nederlandse bedrijfsleven in de ontwikkeling van het vliegtuig. “De JSF is het beste toestel voor de laagste prijs”, motiveerde staatssecretaris Van der Knaap onlangs nog het besluit.

Verwacht wordt dat binnen enkele maanden al een Memorandum of Understanding (MOU) wordt ondertekend voor twee Nederlandse testtoestellen, die in 2011 en 2012 gereed moeten zijn. Voorwaarde is dat de politiek ermee instemt. Wanneer deze toestellen begin volgend decennium worden afgeleverd moeten ze voldoen aan alle eisen die staan vastgesteld in het Operational Requirements Document (ORD). Als basis voor dit document geldt dat de F-35 ‘lethal, survivable, supportable en affordable’ moet zijn.

Een team Nederlandse specialisten werkt intussen in de Verenigde Staten nu al mee om ervoor te zorgen dat het toestel uiteindelijk aan de eisen voldoet. Zo zijn medewerkers van Defensie betrokken bij projectteams die zich bezighouden met onder meer requirements (eisen), logistiek en interoperability, ofwel hoe het systeem aansluit bij andere systemen van marine of landmacht.

Nederland is met een investering van achthonderd miljoen dollar een zogeheten Level II partner binnen het JSF-project, waarmee in totaal veertig miljard dollar is gemoeid. De Verenigde Staten - dat 77 procent van de ontwikkelingskosten voor zijn rekening neemt - en het Verenigd Koninkrijk zijn Level I-partners.

Europees
Kritiek dat beter kan worden gekozen voor een Europese opvolger van de F-16, zoals de Eurofighter Typhoon of de Franse Rafale, wordt door Defensie-insiders van de hand gewezen. “Er is geen ‘Europeser’ toestel dan de JSF. Veel onderdelen en systemen zijn afkomstig uit Europa”, zo luidt het.

Naast Nederland en de Britten zijn binnen Europa ook Italië, Noorwegen, Denemarken en Turkije bij de ontwikkeling van de JSF betrokken. Het streven is om een zo groot mogelijke ‘commonality’ tussen de toestellen van de verschillende landen te realiseren.

Van onze redactie

Copyright Reismedia BV 2024 - Cookieinstellingen