DEN HAAG - Defensie kan geen actuele vergelijking maken tussen de in ontwikkeling zijnde F-35 Lightning II en de Europese tegenhangers Rafale en Eurofighter. De twee fabrikanten van deze Europese gevechtsvliegtuigen willen niet meewerken aan een actualisering van de gegevens. Dat heeft staatssecretaris De Vries (Defensie) vrijdag (18 juli) laten weten in een brief aan de Tweede Kamer.

De Kamer wil dat de F-35, de beoogde opvolger van de verouderde F-16, in prijs en kwaliteit wordt vergeleken met zoveel mogelijk alternatieven.

Vooral de PvdA dringt hier op aan. De F-35, beter bekend als Joint Strike Fighter (JSF), ligt moeilijk in deze partij en leidt tot spanningen binnen de coalitie. Nederland neemt al enkele jaren deel aan het JSF-project en heeft er tot nu toe 1 miljard euro voor uitgetrokken. Het besluit of Nederland daadwerkelijk de JSF zal aanschaffen, wordt pas in 2010 genomen. Voor die tijd wil de Kamer een betrouwbare evaluatie van potentiële kandidaten.

De bedrijven die de Rafale (het Franse Dassault) en Eurofighter (een consortium van Europese fabrikanten) ontwikkelen, blijven echter weigeren informatie te geven. Een dringend verzoek van De Vries, dat hij onlangs overbracht tijdens een bezoek, leverde opnieuw een afwijzing op.

Volgens de bewindsman lag het niet aan de gevolgde procedure of de vragenlijst die ze voor een bepaalde termijn moeten invullen. De bedrijven hebben er uiteenlopende redenen voor, aldus een woordvoerder van Defensie.

De Vries stelt dat hij nu alleen de drie overgebleven gevechtsvliegtuigen in de evaluatie betrekt. Naast de JSF en de Advanced F–16, beiden van Lockheed Martin, is dat de Gripen Next Generation van het Zweedse Saab.




(c) ANP