Nederlandse bedrijven moeten vanaf dinsdag stoppen met het doorleveren van onderdelen van F-35 gevechtsvliegtuigen aan Israël. Demissionair minister voor Buitenlandse Handel Geoffrey van Leeuwen heeft dat maandag officieel besloten naar aanleiding van de uitspraak van het gerechtshof in Den Haag vorige week. Het hof heeft geoordeeld dat de levering binnen zeven dagen moet stoppen omdat een "duidelijk risico" bestaat dat Israël met de straaljagers humanitair oorlogsrecht in Gaza ernstig schendt.
De rechtszaak was aangespannen door Oxfam Novib, PAX en The Rights Forum. Zij eisten een uitvoerverbod, omdat Israëlische F-35's zouden bijdragen aan (mogelijke) "genocide en ernstige en grootschalige schendingen van het oorlogsrecht" in de Gazastrook. Een lagere rechtbank ging hier eerder niet in mee, maar het hof gaf ze toch gelijk. De Staat gaat hiertegen in cassatie. Desalniettemin moet de levering van de onderdelen stoppen in afwachting van die definitieve uitspraak.
Volgens een woordvoerder van Van Leeuwen is niet bekend of in de afgelopen week nog onderdelen op de valreep aan Israël zijn geleverd. Bedrijven die hiervoor toestemming hebben gekregen, hoeven namelijk pas achteraf te melden wat ze hebben geleverd en wanneer. Wel is bekend dat sinds de uitbraak van de oorlog in de Gazastrook dit najaar nog onderdelen van de F-35 naar Israël zijn gestuurd.