Herman Mateboer: Pakkende slogan

Herman Mateboer
9 december 2020

Veel Nederlandse steden hebben een ‘pakkende’ slogan. Zoals ‘Het kán in Almere’, of ‘Beuningen Buitengewoon’. Dit zijn echt kreten waardoor je helemaal warmloopt voor zo’n gemeente, je gelijk je huis in de verkoop doet en alvast in een stacaravan jezelf een plekje toe-eigent. Sommige slogans zijn zo gezocht, pijnlijk inhoudsloos en tenenkrommend dat het plaatsvervangende schaamte geeft. Nou las ik een tijdje terug op de nieuws-app van een grote Engelse krant dat Finland zich ook heeft geschaard in de rij van oorden met een slogan; Be a Finn.

Ik weet het niet, maar van mijn bezoeken aan Helsinki in het verleden heb ik een beeld overgehouden dat het geen sinecure is om Fin te zijn. Volgens bevolkingsonderzoeken zijn ze zo’n beetje de gelukkigste bevolking ter wereld, maar kennen ook een ongekend hoog aantal mensen die behoorlijk depressief zijn. Zoiets rijmt dan weer niet bijster.
Helsinki is een prachtige stad, Finland een mooi land, maar met uw welnemen blijf ik lekker Nederlander. Afgezien van die week waarin ik een ‘observerende’ Fin was.

In die week, met dagelijkse simulatorbeurten bij Finnair, was het na de sessie altijd goed toeven in een van de vele cafés en restaurants die Helsinki rijk is.
Ik kreeg daarbij een beeld (misschien wat eenzijdig geef ik toe) van hoe het is om Fin te zijn. De Fin verlaat rond vijf uur in de middag het kantoor en gaat met collega’s de kroeg in.
Tenminste, de meesten. Tussen zes en halfzeven is de mannelijke Fin compleet apelazarus. Dan volgt er een uur, anderhalf, waarin de dames langzamer doortanken, maar rond een uur of acht is ook dat deel van de bezoekers redelijk beneveld. In die anderhalf uur worden er wel zaken gedaan. Klaarblijkelijk heeft de Finse vrouw geen trek in een zatte mannelijke partner en zoekt een manspersoon die nog kan staan, niet van de barkruk duvelt en nog iets zinnigs kan uitbrengen. Geef ze es ongelijk. Als die zoektocht dan vruchteloos blijkt, dan sluiten ze maar de gelederen en zijn ze later op de avond evenmin tot iets constructiefs in staat.

Wat overigens allemaal wel heel vermakelijke taferelen oplevert. Zo zaten we gedrieën aan de pizza in een restaurantje. Een van mijn collega’s oogde een beetje als een schoolmeester, leesbrilletje op de punt van de neus, lang, mager, grijzend en serieus. Juist toen hij een pizzapunt in zijn mond stak kwam er een leuke meid van rond de dertig op haar hurken aan tafel zitten en begon in lief zangerig Engels; ‘Hello, my name is Lena.’ Ze richtte zich tot mijn schoolmeesterlijke collega. Na een korte uitwisseling van banale aardigheden kwam ze gelijk tot zaken. ‘If you don’t have any plans for tonight, I know a few nice places where we could go.’ Mijn collega was zo verbouwereerd dat hij versierd werd dat hij zich verslikte in zijn Quattro Stagioni, iets mompelde en zich er vanaf maakte met een smoes. Netjes getrouwde man als hij was. Dat deed haar zichtbaar verdriet.
Lena moet gedacht hebben; deze man zit rechtop, maakt gecoördineerde bewegingen, praat normaal, ergo, geen zatte landgenoot, d’r op af voor een ander erbij is.

Via een gangetje langs de keuken kwam je van het restaurant in het naastgelegen café waar het gezellig druk was. Binnen vijf minuten overkwam mij hetzelfde. Ik ben haar naam vergeten, maar ook zij maakte duidelijk wat haar plannen waren met mij. De hotelkamer in het Intercontinental vond ze helemaal interessant. Toen volgde er een forse dame met een leuk koppie die, beschonken als ze was, op mijn tenen ging staan (pijnlijk, pijnlijk) en met een bieradem mij ook mee uitvroeg. Even later stond ze op de tafel te dansen, stak uitgelaten haar plastic pint vol met bier in de lucht, in de fan die boven haar hoofd draaide, en besprenkelde iedereen in de omtrek met bier. Een optreden van Normaal was er niks bij. Saint Herman had vergevorderde trouwplannen en ik besloot de zaak niet te compliceren. Hoe dan ook, zo belaagd worden door de vrouwen is wel een boost voor je gevoel van eigen marktwaarde. Met van testosteron bonzende oren liep ik naar het hotel met de swagger van een rockster.

Dit soort taferelen herhaalden zich dagelijks. Een collega ontwaarde in de sneeuw op straat voor het hotel een delirieuze Fin, hij meldde het bij de portier, die bij nadere inspectie (een schop tegen het bewegingloze lijf )laconiek zei dat de man zoveel drank in het bloed had dat bevriezen lastig zou worden.
Een collega trof na een simulatorsessie een compleet naakte en beschonken dame in zijn bed die blijkbaar zo lang met haar sleutel in het kamerslot van zijn kamer stond te morrelen dat de behulpzame schoonmaakster de deur maar voor haar open deed.
Weer een andere collega ontwaarde op straat een stelletje dat tegen een lantaarnpaal bezig was met intieme exercities die alleen boerderijdieren normaliter open, bloot en zonder gene kunnen doen.

Ik weet het, het is wellicht een eenzijdig beeld van een samenleving, maar Fin zijn heeft in mijn optiek toch wel een redelijk zwaar met alcohol beladen bijbetekenis.
Neem je het wijd (dat wil zeggen niet te nauw), heb je een open relatie, ben je vrijgezel of zit je in een moordscheiding, dan wist ik het wel. Ik pakte het vliegtuig - wel in de zomer, dan is het klimaat toch wat vriendelijker - en vertrok naar Helsinki.

En wees een Fin, dat geeft het leven zeker zin. Niet te vroeg te veel innemen en de rest gebeurt vanzelf. Wat wil een vent nog meer?
Geen corona-ellende, juist ja...
Helsinki dus!

Herman Mateboer

Reageren op artikelen? Graag! Er gelden spelregels. We moedigen toevoeging van uw reactie op onze content aan, maar kijken streng naar taalgebruik.

21-12-22, 11:12
02-08-21, 08:08
23-11-20, 10:11
23-11-20, 10:11
16-07-20, 12:07
24-06-19, 02:06
Herman Mateboer
01-06-19, 09:06
21-05-19, 12:05
06-05-19, 12:05
29-04-19, 09:04
25-04-19, 09:04
23-11-18, 03:11
Herman Mateboer
20-11-18, 10:11
Copyright Reismedia BV 2024 - Cookieinstellingen