IATA en ICAO hebben maandag bekendgemaakt dat ze hun langjarige samenwerking over het vervoer van gevaarlijke goederen door de lucht hebben verlengd. Volgens topman Willie Walsh van IATA leidt de deal tot een “meer efficiënte en robuuste supply chain.”
IATA, de brancheorganisatie van luchtvaartmaatschappijen en ICAO, de burgerluchtvaartorganisatie van de Verenigde Naties, werken al tientallen jaren samen op dit gebied. Niettemin heeft dit ongelukken niet helemaal kunnen voorkomen: verscheidene crashes, zowel van passagiers- als vrachtvliegtuigen, werden na onderzoek toegeschreven aan de lading die in brand vloog.
"Sommige producten kunnen de veiligheid van vliegtuigen en de mensen aan boord daadwerkelijk in gevaar brengen”, aldus Walsh, maandag in een verklaring. IATA ondersteunt haar leden met kennis, trainingen en producten, maar wijst erop dat airlines hier niet altijd gebruik van maken of soms de regels incorrect toepassen.
ValuJet
Voor fatale crashes die te maken hadden met brandbare goederen moeten we teruggaan tot eind vorige eeuw, zoals het neerstorten van ValuJet vlucht 592 in de Everglades van Florida op 11 mei 1996. Alle 110 inzittenden van de DC-9 kwamen toen om.
De Amerikaanse onderzoeksraad NTSB concludeerde later dat er tijdens de vlucht brand was ontstaan door zuurstof-generatoren die ValuJet namens een klant vervoerde. Het vuur verspreidde zich snel en het toestel was reddeloos.
Het ongeluk schudde de branche wakker en airlines waren daarna veel voorzichtiger met hun lading. Er vond na 1996 geen enkele full hull loss meer plaats met een passagiersvliegtuig als gevolg van een gevaarlijke lading. Met enkele vrachttoestellen ging het nog wel mis.
"Het veilig vervoer van gevaarlijke goederen is staande praktijk geworden dankzij het strikt toepassen van mondiale voorschriften”, aldus Walsh. “Onze overeenkomst met ICAO verzekert ons van continuïteit op dit terrein.”
