'Nederlands kabinet negeerde verhoogd risico luchtruim Oekraïne'

4 april 2015 - 15:51 | Door: 
onze redactie

HILVERSUM - Oekraïne sprak in juli 2014 tijdens de briefing voor westerse diplomaten in Kiev van een nieuwe 'kritieke en gevaarlijke' situatie in het oosten van het land. De briefing volgde op het neerschieten met luchtdoelraketten van een Oekraïens militair vrachtvliegtuig op 6,2 kilometer hoogte. Dit meldt radioprogramma Argos zaterdag.

Het programma heeft het vertrouwelijke verslag, dat het kabinet weigert naar de Kamer te sturen, van een Nederlandse diplomate in handen.

Anti-aircraftwapens
De diplomate, die aanwezig was bij de briefing in Kiev, schrijft dat het betreffende vrachtvliegtuig, een Antonov-26, van de Oekraïense luchtmacht, alleen maar met Russisch materieel kan zijn neergeschoten, "aangezien separatisten zelf niet over dit soort anti-aircraftwapens beschikken."

De Tweede Kamer heeft de regering afgelopen maanden herhaaldelijk om het verslag gevraagd om te kunnen controleren of de informatie van de diplomate voor de Nederlandse overheid aanleiding had moeten zijn om te waarschuwen voor mogelijke gevaren voor de burgerluchtvaart. Drie dagen na het neerschieten van het militaire Antonov-vliegtuig werd vlucht MH17 neergehaald. Het kabinet weigert het verslag openbaar te maken omdat het om een vertrouwelijke briefing ging.

De Nederlandse diplomate, plaatsvervangend chef de poste, werd op 14 juni 2014 op de ambassade in Kiev met andere westerse diplomaten bijgepraat over het escalerende conflict in het grensgebied met Rusland. Na afloop van die bijeenkomst stuurt zij om 16.52 uur haar verslag naar het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. Ook het ministerie van Defensie krijgt een afschrift.

Deskundigen constateren in programma Argos dat de informatie over de Antonov in het verslag goeddeels overeenkomt met de feiten die het kabinet eerder aan de Kamer meedeelde. Oud-minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot vindt dat het stuk best naar de Kamer gestuurd had kunnen worden, echter defensiedeskundigen Rob de Wijk en Ko Colijn vinden van niet.

Niets te verwijten
De Wijk en Bot constateren dat kan worden vastgesteld dat Nederland niets te verwijten valt; het verslag bood de overheid volgens hen geen enkele aanleiding om burgerluchtvaartmaatschappijen te waarschuwen voor de situatie in Oost-Oekraïne. Wel vindt Colijn het "een publieke taak van de overheid" om de veiligheid van het luchtruim in de gaten te houden. Colijn: "Dat doet de overheid ook wanneer er mist is of wanneer het water onveilig is. Dan zie ik niet in dat de bijna publieke service van luchttransport niet ook tot het takenpakket van de overheid zou moeten behoren. Er worden ook negatieve reisadviezen door Buitenlandse Zaken afgegeven. Waarom dan geen negatieve reisadviezen voor een bepaald luchtruim en bepaalde corridors?"

Tijdens de uitzending meldde Sjoerd Sjoerdsma (D66) ook niet goed te begrijpen waarom de brief niet alarmerend genoeg is voor het kabinet om actie te ondernemen. Volgens Sjoerdsma had de brief op zijn minst gedeeld kunnen worden met luchtvaartmaatschappijen. Dat is ook de mening van Pieter Omtzigt van het CDA. "Er zijn heel veel andere landen waar soortgelijke situaties zich voordoen en waar niet overheen wordt gevlogen", stelt hij in het programma Argos.

Copyright Reismedia BV 2024 - Cookieinstellingen