Onvoldoende toezicht oorzaak ongeval met Fokker 50

22 januari 2004 - 1:00
SCHIPHOL – De Raad voor de Transportveiligheid heeft het onderzoek naar het ongeval met een Fokker 50 van KLM cityhopper van 11 mei 2001 afgerond. Toen raakte een monteur zwaargewond doordat hij in de draaiende propeller liep. Volgens de RVTV had de monteur niet de juiste opleiding en zijn sommige procedures onduidelijk. Daarnaast ontbrak toezicht op de monteur.

De monteur werkte voor de onderhoudsdienst van Martinair, die de controles van de Fokker 50’s van KLM verzorgt. Hij was door Martinair ingehuurd van PARC Aviation als monteur, maar had niet elke bevoegdheid om de F50 te inspecteren. Daarvoor stond hij onder toezicht van een grondwerktuigkundige van Martinair.

De monteur assisteerde de bemanning van de F50 bij een visuele controle van het vliegtuig voor een vlucht van Schiphol naar Malmö. Door de stand van de zon kon de monteur niet vanaf de neus zien of de de-icing-vlakken op de staart werkten, en zodoende moest hij naar de staart van het toestel lopen. Op de terugweg liep hij tegen de draaiende propeller.

De RVTV deed een onderzoek naar het ongeval en kwam met een aantal aanbevelingen. Volgens de RVTV ontbreken duidelijke instructies voor de uitvoering van de visuele controle. Daarnaast ontbreekt een systeem waarmee de grondwerktuig-kundige de capaciteiten van de ingehuurde monteur (een zogenoemde contractmedewerker) kon inschatten, en ook zijn visuele waarschuwingen die het gevarengebied van een draaiende propeller aangeven afwezig.
Copyright Reismedia BV 2024 - Cookieinstellingen