SCHIPHOL - Vlucht MH17 is op 17 juli 2014 'onmiskenbaar' door een Buk-raket neergehaald boven Oost-Oekraïne. Het Openbaar Ministerie was daar al van overtuigd en zette dinsdag tijdens de tweede dag van het requisitoir in de extra beveiligde rechtbank op Schiphol gedetailleerd uiteen hoe het tot die conclusie is gekomen.
Zo heeft forensisch onderzoek naar 370 fragmenten die zijn gevonden in lichamen van slachtoffers uitgewezen dat deze afkomstig zijn van de zogeheten gevechtskop van een Buk-raket.
Ook zijn er meerdere (anonieme) getuigen geweest van een explosie. Een van hen verklaarde huilend bij de rechter-commissaris dat de separatisten eerst heel blij waren, maar later somber terugkeerden van de crashlocatie. Bij het zien van kinderspeelgoed was volgens de getuige namelijk tot hen doorgedrongen dat ze geen militair vliegtuig, maar een passagiersvliegtuig - een Boeing 777 van Malaysia Airlines - hadden geraakt.
Het requisitoir moet woensdag uitmonden in de strafeisen tegen de vier verdachten die volgens het OM betrokken waren en verantwoordelijk zijn voor de vliegramp.
Het gaat om rebellenleider Igor Girkin, zijn rechterhand Sergej Doebinski, diens assistent Oleg Poelatov en garnizoenscommandant Leonid Chartsjenko. Geen van allen zijn verschenen in de rechtbank, Poelatov laat zich wel juridisch bijstaan. De vier die nu terechtstaan hebben volgens het OM een rol gespeeld in het binnenhalen of het wegbrengen van de Buk-raketinstallatie.
Het is niet precies bekend waarom het vliegtuig werd neergehaald. Het meest waarschijnlijke scenario is dat de pro-Russische separatisten niet doorhadden dat het om een passagiersvlucht ging. Alle 298 inzittenden kwamen om het leven, onder wie veel Nederlanders.
De rechtbank verwacht niet eerder dan in de tweede helft van 2022 uitspraak te kunnen doen.